image/svg+xml

Biografie - The Source - Enschede

Verhaal

Biografie - The Source - Enschede

Plaatje bij verhaal: header.jpg

Terug naar de bron. 1966. Jan Rauhé en George Elias zijn buurjongens in de wijk 'Stadsveld'. George leert van z'n vader wat gitaargrepen en Jan trommelt er op los bij drumband 'West Enschede'. Een paar honderd meter verderop, in de wijk 'Twekkelerveld', plukt Henk Huizing driftig aan de snaren van z'n basgitaar. Henk op zijn beurt kent via school en het uitgaansleven de knapen Johnny ter Bogt, ook een gitaarpingelaar, en Johnny Garside, die ook buiten de badkamer z'n aardige zangstem wel eens laat horen. De vijf jongens spreken elkaar af en toe bij 'Bouwhuis', een bekende uitgaansgelegenheid halverwege beide wijken. Ze besluiten hun 'muzikale kennis' te bundelden en voilà, de basis voor een nieuwe band is gelegd.

Ambities om hun muzikale kwaliteiten met de rest van de wereld te delen was er, maar daarvoor moest er toch eerst een repertoire komen. Stevig oefenen dus. Dat werd in het begin gedaan in het schuurtje achter het huis van Henk Huizing die al geld verdiende en daarvan een basgitaar en Farfisa versterker had gekocht. Johnny ter Bogt had z'n verdiende loon geruild voor een gitaar en Selmer versterker. En Jan had, deels met sponsoring van z'n ouders, gespaard voor een heus Tromsa drumstel, in de aanbieding bij muziekzaak Huigens. Geld voor een drumkruk was er nog niet, dat werd dus voorlopig staand drummen. [George weet te vertellen dat Huigens, in de regio bekend bij veel muzikanten, vroeger in de omgeving van z'n woonplaats Groenlo de boer op ging om accordeons te slijten, dat uiteindelijk resulteerde in de oprichting van een muziekwinkel aan de Nieuwstraat, in het centrum van Hengelo]. Over het repertoire was de nieuwbakken band het snel eens. Close-harmony bands waren er genoeg en daarvan wilden de heren zich onderscheiden. De Spencer Davis Group en de Rolling Stones waren hun eerste inspiratiebron, later aangevuld met stevige blues en soulnummers. In de repetitieschuur werd op een oude pick-up keer op keer een singeltje afgeluisterd, de akkoorden uitgezocht en de tekst fonetisch opgeschreven. Lute, de jongere broer van Jan Rauhé, vond het allemaal reuze interessant wat de jongens deden. Hij had een Phillicorda orgeltje gekregen en kon daarop de begintonen van het nummer 'For Miss Caulker' van The Animals spelen, reden genoeg dus om Lute bij de band te betrekken.

Na een klein jaartje repeteren lag hun eerste optreden in het verschiet. Er ontbrak nog wel een kleinigheid, ze hadden nog geen bandnaam. George vond 'The Source' wel een mooie, kort klinkende naam en onder algemene goedkeuring werd met deze 'bron' ingestemd. Het vervoer van de instrumentaria werd gevonden in op dat moment voorhanden zijnde middelen, de damesfiets (handig met de base drum voorop) of de bakfiets. Op het moment dat echte optredens in beeld kwamen, werd er een VW-busje gehuurd van een bevriende visboer. Toen de financiële middelen toereikend waren werd een eigen Ford Transit aangeschaft, goedkoop weliswaar, maar met een kapotte motor. De bandleden moesten het vehikel dus eerst een paar kilometer drukken naar een bevriend automonteur. Een Marchall zanginstallatie werd eerst gehuurd van Ryer Velders en later, zoals veel bands deden, van Arend Assink. Johnny Garside kon van z'n zuurverdiende loon later een eigen installatie kopen. Henny Jansen, een vriend van Johnny G. en tevens gezamenlijke kennis vanuit 'Bouwhuis', was bereid als manager te fungeren. Aan hem de zware taak optredens binnen te slepen. En dat was zover in 1967, bij buurthuis 'De Sloep'.

Maar de organisatoren waren sceptisch over de kwaliteit van de band en wilden geen gage betalen. De afspraak werd gemaakt dat ze wel mochten spelen tegen de opbrengst van de entreegelden, gemiddeld zo'n 50 gulden. Daar kon de organisatie zich immers geen buil aan vallen, dachten ze. Er werden echter zoveel kaartjes verkocht, dat de opbrengst aan entreegelden The Source meer dan het dubbele zou opleveren! Dat werd dus gesteggel tussen de organisatie en manager Henny, die daarop de hele kassa onder z'n arm nam. Maar, uiteindelijk werd er tot ieders tevredenheid een compromis gesloten. De jongens waren gemotiveerd en de wens voor meerdere optredens in het clubhuizencircuit werd al snel werkelijkheid, zowaar ook de zondagmiddag optredens in de welbekende 'Oude Hoeve'. Er werd druk gerepeteerd, de kwaliteit moest omhoog. Het schuurtje bij Henk Huizing was inmiddels te klein en de band besloot voor haar repetities uit te wijken naar een ruimte bij een confectiebedrijf aan de Blekerstraat. Ook een zaaltje achter de kerk aan de G.J. van Heekstraat werd voor dat doel wel eens gebruikt. Als dat zaaltje onverhoopt bezet was, mochten de jongens zelfs met goedvinden van de pastoor repeteren ìn de kerk! De muzikale prestaties waren inmiddels opgekrikt en de tijd was rijp om de vleugels uit te slaan. Een optreden in Gronau, Duitsland en deelname aan een concours in Dedemsvaart werden hoogtepunten, evenals een optreden in het voorprogramma van de Honest Men, op dat moment al een topband. Dat was niet niks dus! De jongens dachten dat dit wel eens het begin zou kunnen zijn van een glansrijke carrière. Maar het noodlot bepaalde anders. Op het moment van hun 'doorbraak' in de bekende First Loos Club in gebouw Irene, waren het niet zozeer de bandleden die vlamden, maar één van hun versterkers des te meer. De brandweer moest eraan te pas komen en het resultaat van deze verhitte avond was dat de beoogde verdiensten niet in eigen zak konden worden gestoken, maar regelrecht in die van de versterker reparateur. Weg vette winst. Gelukkig konden ze er wel om lachen.

Na nog een aantal optredens werd het kaarsje van The Source in de loop van 1969 kleiner en kleiner, waarna het uiteindelijk voor de jaarwisseling was opgebrand. Een mooie periode was voorbij en ieder ging z'n eigen weg. Maar ze zijn elkaar nooit helemaal uit het oog verloren. Dat was ook de reden dat vijf van de zes oorspronkelijke leden begin 80er jaren de koppen weer bij elkaar stak en vanaf die tijd regelmatig te zien waren bij muzikale 60' reünies. Bij de bekende Textielbeat festivals zijn ze regelmatig van de partij en vlammen als nooit tevoren, waaruit blijkt dat hun muzikale 'Source' nog lang niet is opgedroogd. 

Headerfoto:Herman Mulstege

Verantwoording:
Dit artikel is tot stand gekomen op basis van een interview door Jan Talman en Addy Rietman (Poparchief Twente) met Jan Rauhé en George Elias (bandleden Source) op 16-11-2017.

Auteur:Addy Rietman (Poparchief Twente)

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.